In 1697 kreeg voor het eerst een Jood toestemming zich in Coevorden te vestigen en de plaatselijke Bank van Lening te pachten. Het werd hem toegestaan om in zijn huis de godsdienstige plichten te vervullen en ook werd een stuk grond aangewezen als Joodse begraafplaats.
In 1760 woonde een tiental Joodse gezinnen in Coevorden. Tot de burgerlijke gelijkstelling in 1796 werden de rechten van de Joodse ingezetenen van de plaats meerdere malen beperkt. Desondanks groeide de Joodse gemeenschap vanaf het midden van de achttiende eeuw in snel tempo.
Vanaf 1768 werden de Godsdienstoefeningen gehouden in een daarvoor gekocht huis aan de Kerkstraat. Op het erf van dit huis werden de doden begraven. In 1840 werd op deze plaats een synagoge gebouwd. In 1879 kwam op dezelfde plaats een nieuwe synagoge met een leraarswoning ernaast en een Joodse school ertegen over.
De Joodse bevolking van Dalen ging naar de synagoge in Coevorden en hun kinderen bezochten daar de Joodse school. Er waren naast enige religieuze genootschappen, zoals een vereniging voor studie van de Thora, voor bedeling en voor de verzorging van de synagogale gebruiksvoorwerpen, ook een ontspanningsvereniging, een toneel- en gezelligheidsvereniging en een zionistische jeugdbeweging.
Coevorden telde twee Joodse begraafplaatsen, waarvan de oudste, op het erf van de synagoge, aan het einde van de negentiende eeuw in onbruik raakte. De andere, die naast de Algemene Begraafplaats aan de Ballastweg lag, werd in 1894 ingericht. Ook in Dalen was in de achttiende en negentiende eeuw een Joodse begraafplaats in gebruik. In 1997 ontstond in Dalen een initiatief om deze begraafplaats te restaureren. Nog in hetzelfde jaar werd er een gedenksteen geplaatst. De restauratie werd in juli 2001 voltooid met de plaatsing van een hekwerk.
Gedurende de Duitse bezetting werden de Coevordense Joden getroffen door dezelfde beperkende maatregelen die ook elders in het land genomen werden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werd het merendeel van hen via Westerbork naar het oosten gedeporteerd. Slechts een gering aantal Joden uit Coevorden overleefde de oorlog.
Het is niet duidelijk wat gedurende de bezetting met de inventaris van de synagoge is gebeurd. Na de oorlog is de synagoge verkocht en aanvankelijk gebruikt als slachterij, garage en timmerwerkplaats. Na een restauratie is het gebouw vanaf 1976 in gebruik geweest als streekmuziekschool. Een gedenkteken aan de buitenmuur, dat in 1985 geplaatst is, houdt de herinnering aan de omgebrachte Joodse inwoners van Coevorden in leven.
De Joodse gemeente werd in 1958 officieel opgeheven en bij die van Emmen gevoegd. De oude begraafplaats op het erf van de synagoge werd geruimd, waarbij de stoffelijke resten zijn overgebracht naar de begraafplaats aan de Ballastweg. Tegenwoordig draagt de gemeente Coevorden zorg voor het onderhoud van deze begraafplaats.
In 2012 is, door een initiatief van een aantal Coevorder inwoners, de Stichting Synagoge Coevorden opgericht. Daarna is begonnen met de Jom Hashoa herdenkingen en zijn vanaf 2014 Stolpersteine gelegd. Thans is de voormalige synagoge en het rabbihuis in gebruik als museum synagoge. In 2017 heeft daarin, via een eerste tentoonstelling, het kennismaken met Joodse leven in Drenthe en de Duitse grensstreek een plaats gekregen. Naast herdenkingen vinden ook allerlei activiteiten en tentoonstellingen plaats die het beeld van het Joodse leven in deze regio helpen verlevendigen.
[Bron: Joods Historisch Museum en SSC]