Op dinsdag 13 juni 2023 zijn weer 11 Stolpersteine gelegd in Coevorden, waardoor het totale aantal gelegde Stolpersteine op 95 komt. De middag begon in het Synagoge-museum, waar de aanwezigen welkom werden geheten door Barend Faddegon. Ondanks de hitte, het was zeker 27 gr, waren 15 Coevordenaren gekomen om eer te bewijzen aan de mensen waarvoor de Stolpersteine werden onthuld. Familieleden van de families waarvoor Stolpersteine zijn gelegd, waren helaas niet aanwezig.
Friesestraat 26a
Mozes Bollegraf, geboren op 3 januari 1881 Winschoten, vermoord op 21 oktober 1942 Auschwitz.
Max Robert Bollegraf, geboren op 13 december 1912 Coevorden, vermoord op 26 oktober 1942 Auschwitz.
Betje Bollegraf-Slager, geboren op 3 april 1909 Steenwijk, vermoord op 26 oktober 1942 Auschwitz.
Rosa Cato Bollegraf, geboren op 4 september 1938 Coevorden, vermoord op 26 oktober 1942 Auschwitz.
Helena Bollegraf, geboren op 27 januari 1915 Coevorden, vermoord op 28 mei 1943 Sobibor.
Cato Slager-Suzan, geboren op 12 februari 1874 Utrecht, vermoord op 28 oktober 1942 Auschwitz.
De familie Bollegraf was een slagersfamilie en hadden een winkel in de Friesestraat. Helena was verpleegster en Cato Slager-Suzan was de moeder van Betje.
Max Robert moest zich op 17 augustus 1942 melden voor het werkkamp Linde en in de nacht van 2 op 3 oktober is het hele gezin naar Westerbork gebracht waarna ze naar de vernietigingskampen zijn getransporteerd.
Wilhelminasingel 22 werd tijdens de bezetting Westersingel 22
Jacob van Coeverden, geboren 25 december 1868 Coevorden, vermoord op 29 oktober 1942 Auschwitz.
Maurits Samuël van Coeverden, geboren 17 november 1902 Coevorden, vermoord op 30 april 1943 Auschwitz.
Therese van Coeverden-Hiegentlich, geboren op 30 oktober 1909 Assen, vermoord op 26 februari 1943 Auschwitz.
Jozef van Coeverden, geboren op 10 juni 1939 Coevorden, vermoord op 26 maart 1943 Auschwitz.
Jacob Salomon van Coeverden, geboren op 4 juni 1941 Coevorden vermoord op 26 februari 1943 Auschwitz.
Jacob en zijn zoon Maurits Samuël waren veehandelaars. Maurits Samuël moest zich op 20 juli 1942 melden voor het werkkamp Linde en ging nog dezelfde nacht op transport naar Westerbork. De andere gezinsleden zijn in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 uit hun huis gehaald en naar Westerbork gebracht waar de twee kleine kinderen in het kamp ziekenhuis werden opgenomen. Op 23 januari 1943 gingen zij op transport naar Auschwitz.